
Ze loopt de vergaderzaal binnen, haar notities strak in de hand, haar presentatie tot in de puntjes voorbereid. En toch… vlak voor ze begint, fluistert ze: “Denk je dat het wel goed genoeg is?”
Jij kijkt haar verbaasd aan. “Natuurlijk is het goed genoeg!” wil je roepen. Ze heeft er dagen aan gewerkt, alles klopt. Maar ergens zie je het: een flintertje twijfel in haar ogen, alsof ze bang is door de mand te vallen.
Misschien herken je dit van je collega, je partner of een vriendin. Slim, scherp, voorbereid — en toch dat knagende stemmetje van onzekerheid. Terwijl jij denkt: waarom voelt ze zich niet gewoon zeker van haar zaak?
Wat zit daarachter?
Waarom lijken vrouwen soms net een tikje minder overtuigd van zichzelf, zelfs als ze alles in huis hebben?
Veel vrouwen zijn minder zelfverzekerd dan de gemiddelde man, en dat heeft eigenlijk twee hoofdoorzaken.
Ten eerste zijn er de hormonen. Oestrogeen en progesteron kunnen ervoor zorgen dat je je net wat kwetsbaarder of twijfelend voelt, zelfs als daar eigenlijk geen reden voor is.
Soms geeft je brein je gewoon de illusie dat je het niet kunt, terwijl je het wél kan.
Maar daar blijft het niet bij.
Ook de manier waarop je wordt opgevoed speelt een grote rol. Zonder dat we het doorhebben, krijgen meisjes vaak signalen dat ze voorzichtiger moeten zijn, of dat ze iets misschien niet kunnen.
En ons brein? Dat gelooft wat je het vertelt! Wie als meisje leert dat ze alles aankan, een echte ‘Pippi Langkous’-opvoeding dus , groeit vaak op met veel meer zelfvertrouwen.
Kortom:
Hormonen en opvoeding werken samen, maar gelukkig kun je die cirkel ook doorbreken. Geef meisjes ruimte, vertrouwen en af en toe een flinke scheut Pippi, en je zult zien: dat zelfvertrouwen komt vanzelf!
Gun je jouw vrienden/familie/collega’s ook iedere week een breinfeitje?
Kopieer dan onderstaande link om door te sturen.
Volgende week ontvang je weer een breinfeitje in je postvak.
Tot dan!
Marcel en Astrid