
Stel je voor: je zit op een feestje en je hoort hem alweer opscheppen over die ene keer dat hij de barbecue redde van totale verbranding, hoe hij in z’n eentje een IKEA-kast in elkaar zette (zonder handleiding, uiteraard) en hoe hij vroeger met één handstand het schoolplein imponeerde. Je glimlacht, knikt, en vraagt je ondertussen af: “Moet dit nou zo nodig?”
Misschien is het je broer, je collega, of de man naast je op de bank – mannen en hun ego lijken soms onafscheidelijk. Complimentjes? Ja graag. Fouten toegeven? Liever niet. En als je denkt dat je hem kunt betrappen op een onzeker moment, dan krijg je meestal een brede grijns en een stoere oneliner terug.
Herkenbaar? Misschien ben je zelf zo’n man, misschien zit je er dagelijks tegenover. Maar wat is dat toch met dat ‘grote ego’? Is het stoerdoenerij, een oerinstinct, of gewoon een goed verhaal voor op verjaardagen?
In de psychologie hoor je het vaak: het ego.
Klinkt heel serieus, maar eigenlijk is het niets meer dan een slim trucje van het brein – een soort masker. Voor mannen werkt dat ego soms als een superheldencape: het laat ze stoer en onaantastbaar lijken, terwijl er vanbinnen misschien juist wat onzekerheid schuilt.
Want eerlijk is eerlijk: dat grote ego is meestal geen aangeboren bravoure, maar eerder een manier om hun plek op de apenrots te verdedigen. Zolang niemand ziet dat je twijfelt, kun je rustig blijven pronken met je prestaties, je kennis, of je… veel te grote auto.
Maar – en nu komt het – wie zich écht zeker voelt, heeft dat hele ego-masker eigenlijk niet nodig. De sterkste of slimste van de groep? Die hoeft helemaal niet zo hard te schreeuwen. Die staat vanzelf stevig in zijn schoenen, ook zonder opsmuk of grootdoenerij.
Dus de volgende keer dat je een man ziet pronken of stoer doen, weet je: achter dat grote ego schuilt misschien gewoon een beetje onzekerheid. En dat maakt het eigenlijk best menselijk, toch?
Gun je jouw vrienden/familie/collega’s ook iedere week een breinfeitje?
Kopieer dan onderstaande link om door te sturen.
Volgende week ontvang je weer een breinfeitje in je postvak.
Tot dan!
Marcel en Astrid